7 februari 2016

Raadsvergadering 1 februari 2016

Vandaag bespreken we het rapport van Rijnconsult “Verschil moet er zijn”, opgesteld door Erwin van de Pol en Diederik Hommes. Ik wil beginnen met het maken van een compliment naar beide heren voor de wijze waarop zij het proces hebben vormgegeven en begeleid en voor de inhoud van het rapport. Voor beide onderwerpen geldt dat wat de PvdA fractie betreft sprake is van een inspirerende en stimulerende aanpak en resultaat.

Waarom wilde wij, de gemeenteraad, een visiedocument? De evaluatie van de OWO-samenwerking door bureau CodeSamen en het op basis daarvan ontwikkelde collegevoorstel om te komen tot een ambtelijke fusie van de ambtelijke organisatie van Ooststellingwerf, Opsterland en Weststellingwerf, werd door de gehele raad beoordeeld als een te snelle conclusie. Vraag was of de ambtelijke fusie voor Weststellingwerf de ‘beste’ oplossing zou zijn voor de geschetste problemen in het rapport van CodeSamen. Daarnaast was de raad van mening dat met het besluit voor een ambtelijke fusie het zgn. ‘point of no return’ gepasseerd zou worden. De raad vond het daarom nodig om eerst de vraag te beantwoorden: wat voor gemeente wil en kan Weststellingwerf zijn en wat betekent dit voor gemeentelijke samenwerking? Om deze vraag te kunnen beantwoorden schetst het rapport van Rijnconsult vijf scenario’s. Voordat ik hier nader op in ga, eerst het volgende.

De Poolse schrijver Kapuscinki heeft ooit opgemerkt: “Onder de brandende actualiteit loopt een trage rivier die van alle tijden is. Probeer het ritme van die rivier te vatten”. Wat voor ritme valt er waar te nemen t.a.v. het onderwerp gemeentelijke samenwerking?

  1. Wellicht denken sommigen dat de OWO-samenwerking een unieke is. Dat is niet zo. Kijkend naar

    de trage rivier zien we dat er in 1916 1.120 gemeenten zijn. Per 1 januari jl. hebben we nog maar 390 gemeenten. De schaalvergroting van gemeenten zal, naar de overtuiging van de PvdA fractie, doorgaan. Voor alle duidelijkheid: dit proces van schaalvergroting overkomt ons niet, zoals een natuurramp, maar is altijd gebaseerd op politieke keuzes.

  2. De wijze waarop en het tempo waarin de zgn. culturele identiteit van mensen, van samenlevingen wezenlijk verandert, is naar mijn mening veel kleiner dan we soms denken en geloven. Ik denk ook niet dat, ondanks de schaalvergroting, de identiteit van de inwoners van al die gemeenten die sinds 1916 verdwenen zijn, als gevolg van deze gemeentelijke fusies zo wezenlijk is veranderd dat er niets meer van is terug te vinden van de identiteit vóór de fusie. Mijns inziens is dit een overschatting van de invloed van een gemeentelijk bestuur op het dagelijks leven van mensen en een onderschatting van de kracht van het ritme van die traag stromende rivier. Het eigene van de Stellingwerven, de culturele identiteit en het cultureel erfgoed, zal niet verdwijnen als gevolg van een bestuurlijke fusie. Voor zover er al veranderingen in ons gedrag plaatsvinden dan is de invloed van technologische veranderingen naar alle waarschijnlijkheid veel groter.

Voor het beoordelen van scenario’s heeft de PvdA de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1. Wij willen samenwerken met een sociale gemeente, d.w.z. een gemeente waarin niet primair de

markt gekozen wordt voor het oplossen van publieke problemen, maar waar het politiek- bestuurlijke uitgangspunt is dat de samenleving (overheid, burgers en markt gezamenlijk), de civil society, verantwoordelijk is voor het oplossen van gezamenlijke problemen. Efficiency als enige waarde is geen publieke waarde en mag en kan dan ook naar de mening van de PvdA niet het leidende principe zijn waarmee de rol van de lokale overheid beoordeeld wordt. Het streven naar een volledige ‘lean and mean’ gemeenteorganisatie kan niet op onze instemming rekenen. Een

belangrijke verantwoordelijkheid van de overheid blijft immers het spannen van een sociaal vangnet. Goed opgeleide en mondige burgers zullen immers gemakkelijk initiatieven nemen en daar meer dan gemiddeld de vruchten van plukken. De minder mondige burger loopt het risico in de verdrukking te komen.

  1. Wij willen samenwerken met gemeenten die een bestuurlijke fusie niet uitsluiten. Samenwerking via ambtelijke fusie achten wij geen zinvolle optie. Wij hebben zoals bekend zeer grote moeite met gemeenschappelijk regelingen omdat daarmee de controlerende rol van de gemeenteraad vrijwel nihil is. Een zelfstandige ambtelijke organisatie die meerdere politieke bazen moet dienen, zal op den duur uitgroeien tot een behoorlijk autonoom bedrijf dat primair baat heeft bij het zo efficiënt mogelijk dienen van die verschillende politieke bazen. Het is dan lastig als die verschillende politieke bazen verschillende eisen hebben t.a.v. de beleidsontwikkeling en – uitvoering.
  2. Wij willen samenwerken met gemeenten die in woord en daden rekening houden met de historische en sociaal-culturele identiteit van de dorpen (rust, ruimte, veel maatschappelijke initiatieven enz.). Niet omdat wij vinden dat coûte que coûte moet worden vastgehouden aan het bestaande (dat is onmogelijk), maar omdat wij van mening zijn dat dorpen beschouwd moeten worden als vormen van lokale democratie.

Gemeentelijke schaalvergroting in Friesland is zoals bekend al enige tijd gaande en zal ook de komende tijd doorgaan.
Als we niets doen, resteren in Zuidoost Friesland drie gemeenten, West- en Ooststellingwerf en Opsterland, die in de back office samenwerken, waarvan de ambtelijke samenwerking niet optimaal verloopt (zie rapport Code Samen). Het is inmiddels ook duidelijk dat in de drie gemeenteraden geen meerderheden te vinden zijn voor een ambtelijke fusie. Niets doen betekent in dit geval stilstand, omdat het leidt tot uitstel van de onvermijdelijke discussie over de bestuurlijke levensvatbare toekomst van onze gemeente. Ook is de kans aanwezig dat de eigen regie verloren gaat.

Op grond van het bovenstaande komt wij de PvdA fractie tot de volgende conclusies.

Centraal uitgangspunt is voor ons dat wij eerst met de OWO-partners spreken. Daarbij sluiten wij de ogen niet voor andere mogelijkheden voor bestuurlijke fusies met andere partners in zuidoost Friesland. En inzet van het gesprek met de OWO-partners is gericht op bestuurlijke fusie.

  1. Naar de mening van de PvdA fractie is een bestuurlijke fusie wenselijk. Ten eerste omdat gemeenten steeds meer (complexe) taken krijgen, taken die een kleine zelfstandige gemeente minder makkelijk alleen kan uitvoeren op het vereiste niveau. Ten twee biedt een grotere gemeentelijke organisatie betere perspectieven voor ambtenaren (specialisatie, meer doorgroeimogelijkheden en meer samenwerkingsmogelijkheden met collega’s in hetzelfde vakgebied i.p.v. een eenmanspost). Daarnaast kan de kwaliteit van het werk verder verbeterd worden. Ten derde wordt daardoor een sterkere bestuurlijke positie in het Friese verkregen. Fuseren, ten vierde, betekent ook dat sneller besluiten genomen kunnen worden dan in een samenwerkingsverband. Daarmee verbetert de bestuurskracht. En tot slot zal fusie leiden tot minder kosten voor de politieke organen (college en gemeenteraad).
  2. En zoals gezegd zullen wij in eerste instantie bepleiten om de samenwerking in OWO verband te onderzoeken. We wij zijn wel daarop in aanvulling van mening dat samenvoeging van ‘stad’ en platteland een samenvoeging is die elkaar zal kunnen versterken, bijvoorbeeld economisch ,op het gebied van toerisme en sport. En tot slot in afwachting van de uitkomst van het onderzoek ,

wat straks in het amendement aan de orde zal komen, worden er naar de opvattingen van de PvdA fractie in het kader van de vigerende bestuursovereenkomst tussen de 3 OWO gemeenten geen nieuwe activiteiten ondernomen die verder gaan dan hetgeen is geregeld in artikel 4, lid 2 van de bestuursovereenkomst.

  1. Aangezien de OWO gemeenten al geruime tijd met elkaar samenwerken en elkaar derhalve goed kennen, hoeft dit element van het onderzoek naar de fusiemogelijkheden naar de mening van de PvdA geen jaren te duren. In wezen gaat het nu alleen om de vraag of deze partijen, na jaren geleden de verloving te zijn overeengekomen nu ook bereid zijn in het huwelijksbootje te stappen. Daarbij gaat het alleen maar om een ja of nee. De voorwaarden waaronder men bereid is al dan niet met elkaar te gaan trouwen, zullen daarna verder uitgewerkt moeten worden. Gezien de besluitvorming in de gemeenteraad van Ooststellingwerf van 26 januari jl. over dit onderwerp (geen ambtelijke en bestuurlijke fusie, doorgaan op de huidige voet), heeft de PvdA fractie grote twijfels over de bereidheid bij de meerderheid van deze gemeenteraad om over de eigen schaduw te willen springen.
  2. Aan een bestuurlijke fusie verbinden wij uiteraard voorwaarden.

    Eerste voorwaarde is wat de PvdA betreft dat de burgers vanaf het begin actief betrokken worden bij het fusieproces.
    Ten tweede dat zij in de fusiegemeenten maximale invloed kunnen hebben op de gemeentelijke politiek (overheidsparticipatie).
    Derde voorwaarde is dat zij, m.u.v. paspoort en rijbewijs, alle andere contacten met de gemeente óf lokaal kunnen afhandelen (wij zijn er een voorstander van dat in de hele fusiegemeente her en der ‘gemeentewinkels’ en gebiedsteams aanwezig die goed bereikbaar zijn voor de inwoners en waar ze terecht kunnen voor veel zaken) óf digitaal kan afhandelen. Zeker met de toenemende digitalisering van allerlei processen, is te verwachten dat veel communicatie tussen burger en gemeente langs deze weg kan (en zal) plaatsvinden. Uiteraard kan de burger zich ook nog steeds wenden tot de gemeente als hij behoefte heeft aan persoonlijk contact.
    Een laatste voorwaarde is dat in het proces om te komen tot bestuurlijke fusie duidelijke uitgangspunten geformuleerd moeten worden die waarborgen dat het eigene van de Stellingwerven behouden blijft.

Voorzitter, tot zover de inbreng van de PvdA in de eerste ronde.